Greenlee DM210A Scheda Tecnica Pagina 152

  • Scaricare
  • Aggiungi ai miei manuali
  • Stampa
  • Pagina
    / 168
  • Indice
  • SEGNALIBRI
  • Valutato. / 5. Basato su recensioni clienti
Vedere la pagina 151
152
De functies gebruiken
Alle modellen
•SELECT: Druk kort op deze toets om heen en weer te springen tussen functies.
•
: Houd ingedrukt tot de achtergrondverlichting actief wordt. Houd nogmaals ingedrukt om de verlichting
uit te schakelen. De achtergrondverlichting wordt na ongeveer 30 seconden automatisch uitgeschakeld om
de levensduur van de batterij te verlengen.
•RANGE (BEREIK): Druk één keer om de handmatige bereikbepalingsmodus te activeren. Het pictogram
verdwijnt van het display. Druk herhaaldelijk om de diverse bereikwaarden te kiezen. Houd
ingedrukt om terug te keren naar de automatische bereikbepalingsmodus.
Opmerking: wanneer u in de MAX/MIN, HOLD (display bevriezen) of ∆-modus werkt, verlaat u de modus
met een druk op de toets RANGE.
•REL: Geeft het verschil weer tussen twee metingen. Terwijl u een meting uitvoert, drukt u op REL om het
display op nul te zetten. Op het display verschijnt dan het pictogram. Voer een tweede meting uit. De
waarde die op het display verschijnt is het verschil tussen de twee metingen. Druk nogmaals om deze
modus te verlaten.
•Hz: Houd ingedrukt tot de meter een pieptoon laat horen om frequentiemeting in te schakelen.
De frequentiefunctie kan worden gebruikt met de keuzeschakelaar in een willekeurige voltage- of
stroomsterktestand. Gebruik de stand V of A om de frequentie van sinusvormige golfvormen te meten.
Gebruik de stand mV om de frequentie te meten van 3 volt of 5 volt blokgolf logisch-niveausignalen.
De gevoeligheid van de frequentiemeetfunctie is afhankelijk van het meetbereik. Om het gevoeligheidsniveau
automatisch te laten selecteren, meet u eerst het spanningsniveau of de stroomsterkte en drukt u
vervolgens op Hz. Als de weergegeven waarde onstabiel wordt of nul is, drukt u kort op de toets
RANGE om een ander gevoeligheidsniveau te selecteren.
Het aantal staafdiagramelementen geeft de geselecteerde gevoeligheid aan:
•1 element = 6 V, 6 A, 60 mA, of 600 μA
•2 elementen = 60 V, 10 A, 600 mA, of 6000 μA
•3 elementen = 600 V
•4 elementen = 1000 V
•HOLD
: Druk kort om de huidige waarde op het display te bevriezen. Druk nogmaals om deze modus
te verlaten.
Deze functie heeft geen invloed op het staafdiagram.
•EF: Stel de meter in op een willekeurige stroomsterkte- of voltagefunctie. Houd de toets ingedrukt tot de
meter een pieptoon laat horen om het elektrische veld te detecteren dat de stroomvoerende geleiders
omgeeft. De signaalsterkte wordt weergegeven in de vorm van een reeks streepjes op het display.
•Gebruik de ingebouwde antenne (die zich aan de bovenkant in de buurt van de lcd bevindt) van het
meettoestel om onder stroom staande stroomkringen te volgen of een breuk in een kabel op te sporen.
•Voor een grotere precisie, zoals voor het maken van een onderscheid tussen stroomvoerende draden en
aardingsdraden, sluit u een meetkabel aan op de ΩV ingangsklem en gebruikt u de meetkabel als een
voeler voor verificatie van AC voltage door middel van direct contact.
•Automatische uitschakeling: Om de levensduur van de batterij te verlengen wordt de multimeter
automatisch uitgeschakeld na ongeveer 30 minuten inactiviteit. Om de meter opnieuw aan te zetten, drukt
u kort op de toets SELECT, CREST of REC, of draait u de keuzeschakelaar in de stand OFF en vervolgens
weer in een andere stand. Om deze functie uit te schakelen drukt u op SELECT terwijl u de meter aanzet.
Vedere la pagina 151
1 2 ... 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 ... 167 168

Commenti su questo manuale

Nessun commento